“Na haar eerste boek ‘Zonder meer zonder maar’ beschrijft Anne in dit tweede boek het proces dat haar gezin doormaakt wanneer de neuroloog adviseert een radicale hersenoperatie uit te voeren bij haar zoon van zeven. De epilepsie in zijn ene hersenhelft verziekt letterlijk het functioneren van de andere hersenhelft. Pepijns ontwikkeling gaat daardoor zienderogen achteruit en een andere behandeling is er niet. Het is het begin van een emotionele periode vol angsten en verdriet, maar ook vol wensen voor de toekomst. Want is Pepijn met een hersenhelft minder nog steeds die lieve stuiterbal die hij altijd was? Dit boek heeft me vanaf het begin gegrepen. Anne geeft een realistische inkijk in het leven van een gezin waar het net iets anders gaat. Ze neemt je als geen ander mee door de spannende tijd die ze achter de rug heeft. Een aanrader voor iedereen die affiniteit heeft met een bijzonder gezin en iedereen die gewoon een goed boek wil lezen.”