We love Sint (uit Verder met de helft)

We LOVE Sint

Twee dagen geleden zaten we met z’n vieren aan de keukentafel. In het midden lag een vel papier dat Lotte, speciaal voor deze gelegenheid, bij zeer hoge uitzondering, uit haar schetsblok had gescheurd. Er was ons geadviseerd om, voorafgaand aan de kennismaking met de neurochirurg, alle vragen op te schrijven die ons te binnen schoten. Dat gold dus ook voor de kinderen. Pepijn zou natuurlijk zelf mee gaan maar Lotte had geen zin. ‘Dat is zeker hartstikke saai, dan ga ik liever gewoon naar school.’ Ik kon haar geen ongelijk geven. 

‘Loopt mijn bloed er uit?’ vroeg Pepijn. Hij keek me vragend aan. ‘Is dat een serieuze vraag schat?’ vroeg ik. Hij knikte. ‘Ja. Loopt het uit mijn hoofd of blijft het er in? Dat wil ik weten.’ Jeroen en ik keken elkaar over de keukentafel heen aan en ik schreef de vraag op het vel. We gingen verder. Vragen als : Hoe groot is de operatiekamer? Wat heeft u eigenlijk aan in de operatiekamer? Wanneer mag mijn zus op bezoek komen? En mijn vrienden?  En ‘Oh deze is belangrijk: Wanneer mag ik weer op schermen?’ passeerden de revue. Het vel was uiteindelijk helemaal volgeschreven met stiften in vrolijke kleuren, allemaal een eigen kleur. Bijzonder om te merken dat zo’n heftig lijstje er zó gezellig en uitnodigend uit kan zien.

En nu zitten we hier, tegenover de man die ons kind een ‘luikje’ gaat geven en zijn ‘kauwspier opzij gaat leggen’ tijdens een minimaal zes uur durende operatie. Een gesprek waarvan we aanvankelijk nog dachten dat het onze beslissing zou beïnvloeden maar nu we hier zo zitten, realiseer ik me dat we de beslissing al lang hebben genomen. We moeten alleen nog even de formaliteiten doornemen. We bespreken de homonieme rechtszijdige hemianopsie, de halfzijdige blindheid die hij onherroepelijk krijgt. Misschien heeft hij ‘m al, dat zou mooi zijn, maar feit is dat die gezichtsvelduitval er vanaf 23 april in ieder geval is, en blijft. Dat het daardoor gaan loensen de dokter niet bekend voorkomt, is voor ons een kleine meevaller. 

‘Hoe gaat u het doen?’ Pepijn heeft het vel met alle vragen op tafel opengevouwen en wijst, ietwat dwingend, naar de eerste zin op zijn blad. Hij wiebelt heen en weer op mijn schoot en kijkt de arts vragend aan. Deze lacht vriendelijk, slaat zijn ogen neer en zucht diep. ‘Nou, Pepijn,’ zegt de man terwijl hij Pepijns blik vangt en ik moet ineens aan Sinterklaas denken. ‘Eerst ga ik even controleren bij papa en mama of ík mijn huiswerk óók goed heb gedaan en daarna ga ik AL jouw vragen beantwoorden. Is dat goed?’ Pepijn kijkt naar het papier. ‘Hoe groot is de operatiekamer? Mag ik mijn bed zien? Gaan we nu kijken?’ Pepijn is het duidelijk niet helemaal eens met de volgorde van deze meeting. Hij gaat rechtop zitten en kijkt Sinterklaas aan. ‘Ik heb vragen opgeschreven. Hier.’ (Weer dat vingertje.) Sinterklaas blijft heel rustig en begint zijn eigen lijstje af te vinken. Af en toe vraagt hij iets aan Pepijn, die de vraag dan, met vrij veel woorden en uitstapjes naar totaal andere onderwerpen, dankbaar beantwoordt. Dit voelt goed.

Sinterklaas legt stap voor stap uit wat hij gaat doen. Ik begin (natúúrlijk)te janken en Pepijn is inmiddels met zijn benen opgetrokken op een behandeltafel gaan liggen. ‘Ik snap dat het moeilijk is, maar ik moet het u wél vertellen.’ Zegt Sinterklaas en ik jammer dat ik nogal visueel ben ingesteld maar dat ik het wel begrijp en dat hij gewoon door moet gaan. Jeroens liefkozende ‘Je hebt het nog best lang drooggehouden, vind ik’ laat me lachen en we kunnen via het loskoppelen van de hersenhelften en het redden van bloedvaten door naar de risico’s. Die zijn er. Maar die zijn er bij iedere operatie. Sommige dingen wil je écht niet (druppelend hersenvocht)andere zaken zijn gewoon vervelend. (ontstoken hoofdwond) En dan is het tijd voor Pepijns vragen. Sinterklaas beantwoordt ze allemaal, uitgebreid. Hij laat een foto zien van zijn outfit tijdens de operatie,(Pepijn vindt ’t hilarisch) legt uit dat het voordeel van een nachtje I.C. is dat wij voorrang krijgen in het Ronald McDonald huis (jeuj!) en stelt Pepijn gerust dat er géén schermverbod is en dat zijn tablet dus gewoon mee mag naar het ziekenhuis.(Dubbel jeuj!) Hij neemt de tijd voor ons en voor onze kleine held. Dat geeft vertrouwen en rust.

 Wij houden van Sinterklaas en Sinterklaas houdt van kinderen. Dit kan niet mis gaan. Dit mág niet mis gaan. 

‘We nemen voor alle patiënten de tijd die ze nodig hebben.’

cross